Moord in het Noorden
De rechercheur Stoffer reed in zijn blauwgrijze kever, een 48-er, zijn geboortejaar naar de plaats van het misdrijf. Een moord in Garnwerd, een klein dorpje in de buurt van Groningen. Op de stoel naast Stoffer lagen de resten van een burgermenu en een beker met doodgeslagen cola. Tussen zijn benen een bakje koffie, hij heeft altijd haast. Op de achterbank liggen zijn lange regenjas, koffertje, papieren en gereedschap. "Ik moet mijn auto nodig eens opruimen, maar ach dat kan morgen ook nog wel" dacht hij.
Hij zwaaide met zijn kever het erf op, stapte uit en liep onder het afzetlint door. De politie was al ter plaatse. De zoon had de politie gebeld, hij had zijn vader gevonden.
Stoffer ging in het huis naar binnen. Het zag er heel gewoon uit alleen
miste hij iets, hij kon er zijn vinger niet opleggen wat het is... Hij
trof de zoon op de bank. Deze zag er verslagen uit, hij was lijkbleek
en staarde naar de grond. Stoffer ging naast hem zitten en vroeg wat
er gebeurd was.
-"Ik
ik wilde mijn vader naar beneden roepen voor de koffie
Hij kwam
niet".
-"Koffie, mag ik?" Stoffer schonk zichzelf de koffie in die op tafel
stond. Het was oud koud en vies.
-"Hij liet wel vaker op zich wachten vanwege die hobby van hem maar
nu duurde het wel heel erg lang".
-"En wat deed je toen?" vroeg Stoffer.
-"Ik liep naar boven en toen ik de deur open deed
toen
toen
" De jongen
stokte en kwam niet meer uit zijn woorden. Stoffer besloot om maar eens
boven te gaan kijken.
Hij liep de trap op en bekeek alle kamers, niets bijzonders. Hij liep
steile oude trap op naar de zolder. Het rook er vreemd naar warme transformatoren,
versleten koolborstels, amber en een typische plastic geur. De geur
van elektronica. Bovenaan de trap was een deur die vol was getimmerd
met waarschuwingsbordjes: "danger keep out" "caution shok hazard". Langzaam
en voorzichtig opende Stoffer de deur. De zolderkamer stond van de grond
tot het plafond helemaal vol met elektronica, oude apparaten met buizen
en losse onderdelen. Onder het open zolderraam stond een bureautje met
daarop zend apparatuur, oude platen en een blauwe tegel met daarop geschreven:
"radio de vrolijke piraat".
-"Dus dat was die kut zender. Blij dat die
eindelijk uit de lucht is, sinds 11:11 vanmorgen
"
Hij voelde iets vreemds tegen zijn rug aan stoten
Hij draaide zich
om en schrok zich de pleuris. Daar hing het lijk! Aan een grote metalen
mast, opgeknoopt. Hoewel dit niet de eerste keer was dat hij dit zag
schrok hij toch elke keer weer. Op het lijk was een afscheidsbriefje
geplakt het was een beetje standaard:
-"Beste wereld ik ga jullie nu verlaten, jullie zullen geen last meer
van mij en mijn zender hebben." Het leek op zelfmoord
maar was het
dat ook? Hij zocht naar sporen van het misdrijf en belde de patholoog
anatoom. Zij zou het stoffelijk overschot morgen onderzoeken.
"Het moet iemand geweest zijn die een hekel had aan die zender". Stoffer
liep het huis uit, met die ene zoon viel toch niet te praten en ging
naar de dichts bijzijnde café in het dorp. Toen hij "radio de vrolijke
piraat noemde" barste er gelijk een tumult los.
-"Die vreselijke zender
is er eindelijk mee opgehouden. Hij drukte alle zenders plat, door die
zender konden we niet meer naar de radio luisteren zonder hem te horen.
Vreselijke muziek en gekreun en gehijg, we hebben zijn hele relatie
met zijn vriendin kunnen horen
daar wordt je niet vrolijk van."
-"Die
zendpiraat, Jan Nieboer is nu vermoord, enig idee wie dat gedaan kan
hebben?" vroeg Stoffer.
-"Nee maar als ik geweten had dat hij het was
had ik hem graag alsnog omgelegd" Zei de barman. De anderen in het café
stemde hiermee in. Ze wisten allen niet dat Jan de zendpiraat was, maar
als ze dat geweten hadden
Zoiets hadden ze nooit achter hem gezocht,
het was zo'n aardige kerel. Het was de dorpsbewoners wel opgevallen
dat Jan en zijn vrouw wel erg vaak binnen zaten.
Stoffer vroeg nogmaals wie het gedaan kon hebben, of hij vijanden had enz. Er was wel een gifmenger in het dorp.
Ondertussen had Blik, gewaardeerd om zijn scherpe blik, de compagnon
van Stoffer uitgezocht hoeveel familie Jan Nieboer had: twee zonen en
een vrouw. Blik had de andere zoon gebeld, die was direct gekomen.
-"Wat
is er aan de hand?" zei hij terwijl hij naar binnen stormde.
-"Papa
is
is
dood" zei de ander zoon.
-"Wanneer heb je je vader voor het
laatst gezien?" vroeg Blik.
-"Gisteravond, ik was samen met hem in de
tuin aan het werk".
-"En je moeder?"
-"Is ze er niet? Ze is er altijd,
ze houd Jan binnen"
-"en wat deed Jan zoal?"
-"Hij sloot zich op op
zijn zolderkamer, altijd bezig met zijn hobby. Hij kwam alleen naar
beneden voor eten en koffie. Moeder hoefde de laatste jaren nauwelijks
haar best te doen hem binnen te houden".
-"Wat deed je moeder?"
-"Ze
hield van puzzelen, ze loste de moeilijkste puzzels op".
-"Wanneer heb
je haar voor het laatst gezien?"
-"Gisteravond".
Stoffer kwam terug uit het café en verbaasde zich over het beton en
de bewakingscamera's in de tuin.
-"Waarom hangen die camera's daar?"
vroeg hij aan de aanspreekbare zoon.
-"Pa vond ooit vergif in de cola.
Hij werd misselijk van de cola en liet die onderzoeken, er bleek cyaankali
in te zitten. Waarschijnlijk heeft Kees de gifmenger dat gedaan
Om
te voorkomen dat er ooit nog iemand gif in de cola zou gooien heeft
hij die camera's geplaatst. Vanuit zijn zolderkamer bekeek hij de beelden
van de camera's".
-"Wist je dat hij een zender had?"
-"Een zender? Die
ene waar iedereen in het dorp over klaagde? Nee dat wist ik niet."
-"Wat
dacht je dan dat hij op zolder deed?"
`
-"Gewoon hobbyen met elektronica.
Zijn hobby interesseerde me niet echt".
Ook de andere zoon wist niet dat zijn vader een zender had. Nu wist
Stoffer ook wat hij miste in de huiskamer, een radio en een televisie,
er was helemaal geen muziek.
-"Moeder had een hekel aan muziek" zeiden
de zonen.
Aan het eind van de middag kwam er een jonge blonde vrouw binnen met
een Pools accent.
-"Hoi, is Jannetje er ook?" zei ze met een zwoele
stem en ze liep naar boven. Stoffer en Blik keken haar verbouwereerd
aan.
-"wie is dat?" vroeg Stoffer,
-"mijn ech pa's vriendin
" Stoffer
dacht haar ergens van te herkennen en hij keek Blik aan.
-"Het is Patroeska,
een bekende van de politie" zei Blik
-"Ze handelt in illegale Poolse
auto's en heeft haar vorige vriend om zeep geholpen".
Ze hoorden gegil van boven, Patroeska had het lijk gezien. Ze rende
naar beneden met het afscheidsbriefje van Jan in haar hand.
-"Dit is
niet het handschrift van Jan en het is al helemaal niet zijn stijl"
huilde ze. Stoffer en Blik namen haar voor de zekerheid mee naar het
bureau om haar te verhoren. Ze spoorden de gifmenger van het dorp op,
die bekende na lang verhoor zijn vorige poging maar ontkende elk verband
met deze moord. Hij stoorde zich ook aan die zender en had wel een vermoeden
dat Jan de eigenaar daarvan was.
De volgende dag ging Stoffer bij de patholoog anatoom langs. "Hij is
niet verhangen
hij was al dood voor dat hij opgehangen werd" zei ze.
-"Kijk hier op zijn achterhoofd is een bloeduitstorting veroorzaakt
door een kogel. Hij is in zijn achterhoofd geschoten." Het was dus moord.
Nu moest er nog gezocht worden naar het wapen. Na enig zoeken vonden
ze dat in de tuin van de buren. Die beweerden echter tijdens de moord
niet thuis te zijn geweest. De vrouw van Jan was ook verdacht omdat
ze nog niet thuis was gekomen. De politie zocht het hele buurt af naar
de vrouw en vond haar bij één van haar vriendinnen in het dorp. Zij
werd ook naar het bureau overgebracht en verhoord.
Stoffer liet het pistool op vinger afdrukken onderzoeken en Blik doorzocht de zolder op bewijsmateriaal. Hij vond andere briefjes en vergeleek dat met het afscheidsbriefje. Het handschrift leek erop maar het klopte toch niet helemaal, het was op subtiele punten anders het leek met meer zorgvuldigheid geschreven zoals een vervalser het zou doen. Na de zolder doorzocht hij de rest van het huis. In de kamer van de vrouw van jan vond hij in een bureaula een schrijfblokje handschrift vervalsingen. Daarnaast lagen ingevulde rekeningen met het vervalste handschrift van Jan.
Toen ze het schrijfblokje onder de neus van de vrouw duwde erkende
ze de moord. Ze had ontdekt dat de vriendin van haar oudste zoon ook
de vriendin van Jan was. Toen ze bij haar vriendin was had ze hijggeluiden
op de radio gehoord. De stemmen van Jan en Patroeska waren vervormd,
maar toen ze het over haar hadden
-"Ha ha dat domme wijf heeft niks
door, ze luisterd toch nooit naar de radio" had ze het door en werd
ze witheet van razernij. Ze greep de pistool van haar vriendin en rende
naar huis. Haar zoons waren er niet, Ze stormde de trap op beukte de
deur in en schoot zonder er bij na te denken. Eerst op de zender, toen
op Jan. Toen Jan ineenstortte en niet meer bewoog kwam ze langzaam bij.
Ze schreeuwde het uit
-"Wat heb ik gedaan!"
-"wat moet ik nu doen".
Ze zakte zelf ook in elkaar en na een aantal uren zo gezeten te hebben
schreef ze een afscheidsbriefje, plakte dat op zijn lichaam en hing
hem aan zijn vermaledijde zender op. Daarna vluchtte ze naar haar vriendin
en gooide onderweg het pistool bij de buren in de tuin.
En weer hebben Stoffer en Blik een moord opgelost.